Klaprozen

In de periode tussen mei en juli kom je klaprozen overal tegen: tussen stoeptegels, op braakliggende terreintjes, in bermen, in grasstroken en soms, héél soms in een groot veld. Zolang de grond maar arm is. Hoewel je zou denken dat deze bijna overal voorkomende bloem niet zo interessant is te fotograferen, blijkt elk jaar weer het tegendeel als je de foto’s op Facebook en Instragram voorbij ziet komen. Het is dan ook één van de eerste fel gekleurde bloemen die in het voorjaar de kop opsteekt. Zo op het eerste gezicht lijkt het een simpel bloemetje, maar niets is minder waar. Bijna elke natuurfotograaf voelt zich aangetrokken tot de klaproos met de tere flinterdunne en enigszins doorzichtige bloembladen, de prachtige aderen die hier doorheen lopen, de kreukeltjes en de felrode kleur. Daar komt bij dat deze bloem duivelsmoeilijk te fotografen is. De kleur rood houdt je camera voor de gek en laat je teveel licht meten waardoor de kleur ‘dichtloopt’. Om de structuur en de transparantie van de blaadjes tot z’n recht te laten komen heb je altijd een zekere mate van tegenlicht nodig, maar heb je teveel licht dan wordt deze weerkaatst en krijg je uitgebeten vlekken. De klaproos is altijd met de binnenzijde van bloem naar het licht gekeerd, waardoor je bij tegenlicht tegen de achterkant van de bloem aankijkt. Een groepje klaprozen vastleggen is gauw chaotisch. Eén bloem vastleggen is saai. Ook om een heel klaprozenveld vast te leggen heb je meer nodig dan alleen klaprozen. Glooiing, lijnen of een bijzondere achtergrond kunnen nog wel eens helpen. Bijna ieder jaar word ik weer aangetrokken tot de klaproos en probeer ik tot nieuwe fotografische inzichten te komen. Hieronder een deel van mijn resultaten.